Welke verkeersregels gelden voor gehandicaptenvoertuigen?

Een gehandicaptenvoertuig is een voertuig dat is ingericht voor het vervoeren van een gehandicapte. De maximale afmetingen van het voertuig zijn 1,10 m breed, 3,50 m lang en

2,0 m hoog. Gehandicaptenvoertuigen mogen over het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad en de rijbaan rijden. Rijden op autoweg en autosnelweg is niet toegestaan. Parkeren op het trottoir is toegestaan. Voor bestuurders van gehandicaptenvoertuigen gelden dezelfde voorrangsregels als voor andere bestuurders.

Alleen als bestuurders van gehandicaptenvoertuigen gebruik maken van voetgangersvoorzieningen (zoals trottoir of zebrapad) gelden voor hen de regels voor voetgangers.

De maximumsnelheid is 30 km/u binnen de bebouwde kom en 40 km/u buiten de bebouwde kom. 
Op de rijbaan mag u maximaal 45 kilometer per uur rijden. Dat geldt binnen en buiten de bebouwde kom.
Op het trottoir is de maximumsnelheid 6 km/uur.

De minimumleeftijd voor de bestuurder is 16 jaar voor voertuigen die sneller kunnen rijden dan 10 km/u. Er is geen minimumleeftijd voor voertuigen die niet sneller kunnen rijden dan 10 km/u.

Voor meer informatie zie: Regels voor een gehandicaptenvoertuig met motor | Voertuigen op de weg | Rijksoverheid.nl